Verzoeningsconcerten Dodenherdenking 3 mei 2014 20.00 uur : Jacobikerk Utrecht - toegang gratis (collecte na afloop) 4 mei 2014 18.45 uur: Willibrordkerk Vleuten - toegang gratis (collecte na afloop)
Brahms Ein Deutsches Requiem Finzi Requiem da Camera - NEDERLANDSE PREMIERE Diepenbrock – Coelestic urbs Jerusalem Winnende gedichten Dodenherdenking op de Dam
Kamerkoor Cantiago Borodin Oktet Kamerorkest van Muziek in de Meern Ingrid Nugteren – sopraan Robert Brouwer - bariton dirigent: Herman Mussche
Gerald Finzi (1901-1956) schreef zijn Requiem da Camera in het licht van de verschrikkingen van de Eerste Wereldoorlog. Bij het begin van die Grote Oorlog had Finzi (hij was toen 13 jaar) zijn broers en vader reeds verloren. Hij nam toen lessen bij de componist Ernest Farrar in wie een vriend en vaderfiguur vond. Intens verdrietig was Finzi dan ook toen Farrar begin 1918 werd opgeroepen om te vechten en op het slagveld van Verdun stierf (september 1918). Finzi begon in 1923 te werken aan zijn Requiem da Camera, als protest tegen de wreedheid van de oorlog.
Die aanklacht is hoorbaar in het tweede deel, waarin de geruchten over de aanstaande oorlog het vredige Engeland bereiken (Finzi gebruikt hier het beroemde gedicht August 1914 van John Masefield 1878-1967) en vooral in het aangrijpende derde deel voor bariton en orkest. Finzi gebruikt hier het kort egedicht In Time of 'The Breaking of Nations' van Thomas Hardy (1840-1928) . Over dit deel was Finzi aanvankelijk ontevreden, reden waarom zijn Requiem da Camera nooit tijdens zijn leven is uitgevoerd (Finzi overleed in 1956). In 1982 kreeg de componist Philip Thomas van de erven Finzi toestemming om deel 3 gereed te maken voor uitvoering en toen het Requiem voor het eerst te horen was in 1990 bleek uitgerekend dit derde deel het meeste tot de verbeelding te spreken. Deel 4 van het Requiem is een weeklacht op tekst van het gedicht A Lament van Wilfrid Wilson Gibson (1878-1962):
We who are left, how shall we look again Happily on the sun or feel the rain Without remembering how they who went Ungrudgingly and spent Their lives for us loved, too, the sun and rain?
De uitvoering van het Requiem da Camera op 4 mei in Vleuten is tevens de Nederlandse premiere van dit prachtige, maar nauwelijks bekende meesterwerk in het jaar waarin we herdenken dat de Eerste Wereldoorlog 100 jaar geleden begon (1914) en vervolgens de Tweede Wereldoorlog 75 jaar geleden een aanvang nam (1939 - inval in Polen en oorlogsverklaring door Engeland en Frankrijk)
Veel bekender is het Requiem in de Duitse taal van Johannes Brahms (1833-1897), dat hier bij wijze van verzoeningsgebaar wordt gepaard aan de klacht van Finzi. Johannes Brahms componeerde zijn Ein Deutsches Requiem tussen 1865 en 1869. In tegenstelling tot de Latijnse dodenmis –het requiem– dat gebeden bevat voor gestorvene, richt Brahms zich in zijn Requiem meer op de nabestaanden. Niet zozeer de overledenen hebben hulp en troost nodig, maar zij die herdenken en treuren. Brahms koos daarom teksten uit het Oude en Nieuwe Testament (in de vertaling in het Duits van Maarten Luther) en ook uit zogenaamde apocriefe boeken, die de nabestaanden kunnen sterken. Zo begint Brahms' requiem met de tekst "Selig sind, die da Leid tragen, denn sie sollen getröstet werden" (Matteüs 5:4). Ein deutsches Requiem is dus geen treurmuziek. Het is een hooglied van de troost. Het bezingt de 'hemelse woningen' voor de overledenen en voorspelt hernieuwde vreugde na rouw: 'Ihr habt nun Traurigkeit; aber ich will euch wieder sehen, und euer Herz soll sich freuen, und eure Freude soll niemand von euch nehmen'.